Een bloeding na een abortus is normaal. Echter kan deze bloeding wel als heviger ervaren worden dan hoe je het bij een normale menstruatie gewend bent. De bijsluiter van de abortuspil (mifopriston)1 en het Farmacotherapeutisch Kompas2 vermelden dat 30-45% van de vrouwen vaginale bloedingen ervaren, van circa 12 dagen of langer.
Een onderzoek uit de Verenigde Staten toont aan dat bij meer dan 1% van de vrouwen die een abortus ondergaan in het eerste trimester hevige bloeding optreedt. Voor een abortus gedurende het tweede trimester ligt dit percentage op meer dan 2.5%. Hevige bloeding wordt door deze studie geclassificeerd als een bloedverlies van 500 ml of meer3.
Naast bloedverlies worden andere bijwerkingen van de abortuspil (mifopriston) gemeld in de bijsluiter4 en op het Farmacotherapeutisch Kompas. Zo worden door 10-45% van de vrouwen de volgende bijwerkingen gemeld: baarmoedercontracties of -krampen en maagdarmklachten (misselijkheid, braken en diarree)5. Bij 5% van de vrouwen treedt een ernstige bloeding op, bij 1,4% van deze groep is een ingreep nodig6.
Instrumenten die voor het uitvoeren van een abortus gebruikt worden, kunnen een beschadiging van de baarmoederwand veroorzaken die permanent kan zijn. Dit kan zelfs tot blijvende onvruchtbaarheid leiden. Wanneer de baarmoeder geperforeerd of beschadigd wordt, kunnen ook nabijgelegen organen zoals de darm of de blaas beschadigd raken. Dit is echter een zeer zeldzame complicatie. Amerikaans onderzoek toont aan dat baarmoederperforatie gebeurt maar bij 0,1%-2,3% van de abortussen7.
Na een abortus kunnen lichaamsdelen van het kindje per ongeluk achterblijven. Dit kan leiden tot langdurig bloedverlies, heftige nabloedingen en infectie.8
De inbreng van medische instrumenten of een onvolledige abortus kan leiden tot infectie. Dit kan leiden tot aanhoudende koorts en opname in het ziekenhuis. Blijft deze infectie onbehandeld, dan leidt dit mogelijk tot sepsis (bloedvergiftiging)9.
Al decennialang is er een wetenschappelijk debat gaande over de relatie tussen abortus en borstkanker. Over en weer worden studies bekritiseerd, zowel vanwege tegenstrijdige resultaten als vanwege de gekozen onderzoeksmethode. Een van de laatste, grote metastudies ontkent een verband tussen abortus en borstkanker.10 Echter, in een nog recentere studie betoogt Brind dat er wel degelijk sprake is van een verband, dat in de richting van een causale verklaring gaat.11
Recent Nederlands meta-onderzoek van Lemmers heeft laten zien dat abortus door zuigcurettage een verhoogd risico met zich meebrengt op vroeggeboorte bij een volgende zwangerschap.12 Vroeggeboorte is de belangrijkste oorzaak van afwijkingen en sterfte rond de geboorte.
Veel onderzoeken naar pijnbeleving bij het ongeboren kind hebben de nadruk gelegd op de ontwikkeling van de hersenen. Daaruit werd vaak geconcludeerd dat foetale pijn alleen na 24 weken zwangerschap mogelijk zou zijn. Recent onderzoek benadrukt echter, dat de mogelijkheid van foetale pijn voor 24 weken niet kan worden uitgesloten.13
De hulpverleningspraktijk van Er is hulp ondersteunt de overtuiging dat voorlichting over mogelijke gevolgen van abortus een morele plicht is, die valt onder het idee van ‘informed consent’: dat de patiënt alles goed moet begrijpen en weten welke gevolgen een behandeling gaat (kan) hebben.