Menselijk leven is een geschenk van God en verdient daarom vanaf de bevruchting maximale bescherming. Dat God het leven schenkt, geeft betekenis aan het mens-zijn en maakt ons verantwoordelijk.
Menselijke waardigheid vloeit voort uit het geschapen zijn naar Gods beeld. Elk mens is waardevol, ongeacht zijn of haar ontwikkelingsstadium, kenmerken en omstandigheden.
Elk mens heeft recht op leven. Daarmee recht om geboren te worden en recht op lichamelijk bestaan.
Abortus beëindigt niet alleen een zwangerschap, maar doodt bovendien een onschuldig, menselijk wezen. Vanuit moreel oogpunt dient abortus te worden afgewezen.
Nieuw menselijk leven is vanaf het eerste ogenblik van bestaan een nieuwe persoon. Het is niet aan een ander mens of aan een samenleving hierover te beschikken.
Mensen zijn relationele wezens. Het provocatief afbreken van een zwangerschap ontneemt nieuw leven de levensbestemming om een relationeel wezen te zijn: om lief te hebben en geliefd te worden.
Werken aan een abortusvrije samenleving betekent ook bouwen aan een inclusieve, gelijkwaardige, menswaardige en geweldloze samenleving.
De tendentieuze gedachte dat abortus een (mensen)recht zou zijn, is verwerpelijk. Het doden van onschuldig menselijk leven mag nooit tot recht worden verklaard.
Voor veel vrouwen is autonomie een illusie. Door omstandigheden of omgeving kiezen zij onder druk voor een abortus. Dit is geen autonome vrijheid en verdient meer aandacht.
Voor onbedoelde zwangerschappen is niet abortus de oplossing, maar gemeenschappen waarin niemand alleen staat en mensen in hun lijden en gebrokenheid worden bijgestaan.
Na een abortus hebben vrouwen en mannen shalom nodig: heelheid, harmonie. Met zichzelf, hun omgeving, hun kind en met God. De volle shalom is uiteindelijk alleen te vinden in Jezus Christus.
Draagmoederschap verdient ontmoediging, ook omdat de (biologische) relatie tussen moeder en kind niet tot bloei kan komen.
Leven creëren en inzetten als onderzoeksmateriaal is strijdig met de waarde van menselijk leven. Embryokweek t.b.v. wetenschappelijk onderzoek moet verboden blijven.
Vrijheidsdenken wordt begrensd door verantwoordelijkheid.
Moederschap en vaderschap dient te worden aangemoedigd.