Een relationele visie op het leven en de beschermwaardigheid ervan biedt een ander perspectief dan het dominerende mensbeeld in wetenschap, politiek en samenleving waarin de waarde van het leven afhangt van uiterlijke kenmerken, eigenschappen en (cognitieve) vermogens. Het relationele karakter van menselijk leven geeft zin en oriëntatie aan het menselijk leven. Dit geldt zowel de mens in ouderdom, in volwassen of adolescente fase, in de puber- en kindertijd, als in de prenatale fase: een foetus van 36 weken als een embryo van zeven weken, drie dagen of een net bevruchte eicel.
De mens is krachtens de schepping relationeel en daarmee afhankelijk en ontvankelijk.
Een relationele visie op menselijk leven, op de antropologische structuur van de mens, geschapen naar het beeld van God, leidt tot een volledige beschermwaardigheid van het menselijk leven. En daarmee tot de opdracht om te zorgen voor kwetsbaar leven, zodat het relationele karakter wordt erkend en bevorderd.
Lees hier de paragraaf ‘Status en beschermwaardigheid van ongeboren menselijk leven’, afkomstig uit het boek Recht op leven.