Skip navigation
?
Onbedoeld zwanger?

Boekbespreking: Leven en laten leven

Madeleine van den Nieuwenhuizen is rechtshistoricus en weet veel van feminisme en vrouwenrechten. Wat abortus betreft, zo was te lezen in een interview met haar in Trouw (18-06-22), kon ze nog niet goed beargumenteren waarom ze vóór was. Daarom schreef ze een essay, een klein boekje onder de titel Leven en laten leven. Een gedachtewisseling over abortus en zelfbeschikking.

Door Arthur Alderliesten

Gepubliceerd in Leef 38 nr. 5, december 2022, 22-23

Via haar populaire Instagramaccount Zeikschrift had ze haar vele volgers verteld dat ze bezig was met het thema abortus en stelde daarover gerichte vragen. De vele reacties die daarop volgden vormden input voor haar essay. Een deel van de reacties is ook thematisch gepubliceerd. Haar doel met het boek is het debat open te breken. Is Van den Nieuwenhuizen daarin geslaagd? Eerst benoem ik enkele elementen die ik positief waardeer in het boekje en geef dan wat kritiekpunten.

Positief verhaal

Positief waardeer ik de interessante kijk die het boekje geeft op hoe in Nederland momenteel aangekeken wordt tegen abortus. Daarbij komen in een bloemlezing allerlei facetten aan de orde: zelfbeschikking, ‘cellen of baby’, bedenktijd,  ‘verdriet/vrijheid’, religie, anticonceptie, e.d. Positief is vervolgens dat ze wat verder wil kijken dan ‘dorre ja-nee kwesties.’ Dat doet ze door op zoek te gaan naar argumenten. Daar ontbreekt het haar inziens namelijk aan. Zo schrijft ze n.a.v. het Tweede Kamerdebat over de afschaffing van de verplichte beraadtermijn van vijf dagen: ‘te vaak verwarren we losse woorden met argumenten, slogans met redeneringen’ (p. 46). Inderdaad, tijdens de Mars voor het Leven scandeerden demonstranten ‘baas in eigen buik.’ Ik denk niet dat er één deelnemer aan de Mars diep onder de indruk is geraakt van de flinterdunne argumentatiekracht van deze slogan. Argumentatie wordt in Van Nieuwenhuizens essay afgewisseld met haar persoonlijke verhaal rond abortus. Ze overwoog niet alleen een abortus, hoewel later bleek dat ze buitenbaarmoederlijke zwangerschap bleek te hebben. Ook hadden haar ouders diverse keren voor abortus gekozen, waardoor Van den Nieuwenhuizen ‘al op zeer jonge leeftijd abortus beschouwde als iets volstrekt normaals, zij het iets mogelijk verdrietigs’ (p. 43). Deze elementen maken het essay tot een persoonlijk, open en kwetsbaar verhaal. Dat is krachtig en te waarderen.

Scheidende wegen

Ik kom ook tot een viertal kritische noten, in volgorde waarop deze zich tijdens het lezen van het essay naar boven kwamen. Van Nieuwenhuizen schrijft er op de eerste pagina’s over dat de verzekering abortus in een abortuskliniek vergoed (p. 8). Dat is echter onjuist. Abortussen in de abortusklinieken worden gefinancierd middels de ‘subsidieregeling abortusklinieken’, een pot met geld dat beschikbaar is via het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Alleen abortussen die in het ziekenhuis worden uitgevoerd, worden gefinancierd door de zorgverzekeraar. Misschien een detail, maar je vraagt je toch onwillekeurig af als je dit leest op de tweede bladzijde wat dit zegt over de rest van het boekje.

Storend ervaarde ik het woord ‘staatsgeweld’ in de zin: ‘er zit werkelijk staatsgeweld in onze rechtsgeschiedenis’ (p. 23). Dat zou de conclusie zijn na een aantal pagina’s waarin wordt weergegeven hoe in het verleden illegale abortussen werden uitgevoerd. Inderdaad huiveringwekkend, maar hoe kun je de wetgeving die stringent het ongeboren leven beschermde betitelen als ‘staatsgeweld’? Een paar regels voor de gewraakte zin schrijft Van Nieuwenhuizen: ‘Het moeten van het Nederlandse wetboek, dat zwaarder weegt dan jouw wil, jouw lichamelijke integriteit’ (p. 23). En dat brengt bij het volgende kritiekpunt.

Hoezo ‘jouw lichamelijke integriteit’? Wat is de plaats voor het ongeboren leven, het ongeboren kind? Van Nieuwenhuizen erkent dat de vraag ‘wanneer spreken we van een persoon’ reële implicaties heeft (p.31). Maar dat het ongeboren leven weinig gewicht in de schaal legt, blijkt uit haar concluderende opmerking dat er geen objectieve redenen zouden zijn om abortus wel of niet toe te staan (p. 60). Het is evident dat op dit punt onze wegen scheiden. Waar is de integriteit van het lichaampje van het ongeboren kind? Van Nieuwenhuizen citeert eerlijk de Amerikaanse cultuurhistoricus Maggie Nelson citeert dit in haar autobiografische boek De Argonauten schreef: ‘we zijn niet gek; we begrepen heel goed wat er op het spel staat. Soms kiezen we voor de dood’ (p. 37).

‘Quasiwetenschappelijk’

Als het gaat over het debat openbreken, wat Van Nieuwenhuizen met haar essay beoogt, lijkt het me van belang om de ander serieus te nemen, nieuwsgierig te zijn naar andermans standpunten,  onderlinge overtuigingen en de ander niet op een onheuse manier weg te zetten. Toch is dat precies het gevoel dat me bekruipt vanaf pagina 31 waar ze spreekt over ‘christelijke lobby’. Wat en wie bedoelt ze hier precies? Vervolgens gaat het over de website van de Week van het Leven waar het begin van een uniek menselijk leven in de samensmelting van ei- en zaadcel, door Van den Nieuwenhuizen weggezet als ‘quasi-wetenschappelijk.’ Waarom? Wat is hieraan ‘quasi’? Op pagina 35 schrijft ze in een interessante passage het volgende: ‘Misschien begin ik er wel meer en meer overtuigd van te raken dat iets in de buik pas een mens is wanneer de zwangere dat besluit, voelt dat het dat is. Meteen denk ik: maar zo werkt het niet, dat is niet duidelijk genoeg. Maar wie zegt dat? Wie mag bepalen dat het niet zo werkt?’ Hiervoor citeerde ik al haar uitspraak dat er geen objectieve redenen zouden zijn om een abortus wel of niet toe te staan. Wil je tot deze uitspraak komen, moet je wetenschappelijke feiten die begin van het unieke menselijke leven bij de conceptie wel kwalificeren als ‘quasi’. Het gevoel is blijkbaar normerend.

Breekt Van Nieuwenhuizen met haar essay het debat open? Ze doet in elk geval een interessante poging en ik zou graag zonder camera’s en publiek eens met haar verder willen spreken. Een dergelijke dialoog vereist respect, openheid, nieuwsgierigheid en wat mij betreft ook een drive tot waarheidsvinding.

Uiteindelijk is mijn inhoudelijke reactie samen te vatten in een niet figuurlijke, maar letterlijke opvatting van de titel van het boek: leven en laten leven. Niet zozeer de relativering van anders-denken, maar het in leven laten van het unieke, geschonken mensenleven.

Het essay Leven en laten leven is boeiend, maar er zijn nog stappen te zetten om écht met elkaar in gesprek te komen. Bij Schreeuw om Leven staat de deur open.

Boekgegevens

Madeleijn van den Nieuwenhuizen, Leven en laten leven. Een gedachtewisseling over abortus en zelfbeschikking. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2022.


< Terug naar kennisbank overzicht