Skip navigation
?
Onbedoeld zwanger?

Benoem abortus niet als misdaad

Geplaatst op 23 mei 2023 in Nieuws.

Woensdag 24 mei debatteert de Tweede Kamer over abortus dat in Nederland is opgenomen in het strafrecht. De inzet is om abortus uit het wetboek van strafrecht te halen (artikel 296). Dat klinkt misschien sympathiek, maar er zijn goede redenen om het te laten zoals het is. Ter bescherming van zowel de vrouw als het ongeboren leven. Vier aandachtspunten voor dit debat over een fundamenteel onderwerp.

Benoem het niet als misdaad

Het debat in de Tweede Kamer vindt plaats naar aanleiding van een burgerinitiatief van BNNVARA en het Humanistisch Verbond met de stelling dat abortus geen misdaad is. Hebben deze partijen wel in de gaten dat juist zíj het zijn die er op attenderen dat je abortus kunt zien als een misdaad? Juist door dit zo groots onder de aandacht te brengen, kunnen er gevoelens van schuld en schaamte opkomen bij vrouwen die een abortus hebben ondergaan. Het is een verwijt dat de prolifebeweging wordt toegeworpen, terwijl deze juist wegblijft bij het oordeel, maar wel opkomt voor het ongeboren leven en zich hard maakt voor goede hulp rond abortus. Je zou daarom zelfs voorzichtig de pijnlijke vraag kunnen stellen wie hier nu eigenlijk vrouwen met een abortusverleden criminaliseert.

Zorgvuldig proces

De strafbaarheid binnen de wet afbreking zwangerschap is niet gericht op de vrouw, zoals de initiatiefnemers van het burgerinitiatief laten vermoeden, maar op degene die de abortus uitvoert. Die moet een zorgvuldig proces doorlopen. Daarmee wil de wet juist een veilige situatie creëren voor de vrouw in kwestie.  De huidige wet beschermt onder andere de vrouw en het ongeboren kind tegen illegale abortuspraktijken en onveilig handelen. Laten we deze zorgvuldigheid door de grote, ideologische woorden van BNNVARA en Humanistisch Verbond niet uit het oog verliezen.

Abortus is geen reguliere geneeskunde

De insteek voor het debat van de pro-abortusbeweging is dat abortus geschaard zou moeten worden onder de reguliere geneeskunde, de gewone zorg. Er is weinig verbeeldingskracht voor nodig waarom dit onlogisch en principieel onjuist is. Reguliere gezondheidszorg is gericht op het gezond maken, dan wel het verlichten van lijden. Bij abortus speelt iets waarvan geen sprake is bij een wortelkanaalbehandeling, het verwijderen van een tumor of het voorzien van een nieuwe heup. Bij abortus wordt nieuw leven, een nieuw kind met geheel eigen identiteit de toekomst ontnomen. Een kies, tumor of heup zal geen zelfstandig, autonoom leven kunnen gaan leiden. Het ongeboren leven – als alles goed gaat – wel.

Strijdig met grondbeginselen abortuswet

Het eerste voornaamste uitgangspunt van de Waz is dat abortus verboden is tenzij de vrouw zich in een noodsituatie bevindt als gevolg van een onbedoelde zwangerschap. Dan moet haar hulp worden geboden. De Waz bevat strafbepalingen die ingaan op de noodsituatie. Wat de noodsituatie echter inhoudt laat de wetgever in het ongewisse. Het besluit of er sprake is van een noodsituatie valt onder de verantwoordelijkheid van de vrouw en de arts. De Memorie van Toelichting op de Waz geeft aan dat zij hierbij “met- de grootst mogelijke zorgvuldigheid zullen moeten handelen in het besef van de zware verantwoordelijkheid tegenover ongeboren menselijk leven en van de gevolgen voor de vrouw en de haren.” Daarmee komt het tweede uitgangspunt in beeld, namelijk dat het ongeboren leven bescherming toekomt. Het voorstel om abortus uit het wetboek van strafrecht te halen, doet afbreuk aan de traditionele overtuiging dat het leven beschermd moet worden. Recht op het doden van menselijk leven is een morele en juridische ondergrens waar we niet onder moeten zakken.