Geplaatst op 28 augustus 2023 in Verhaal.
Daphne is een vrouw van 40 jaar uit Den Haag. Toen ze 27 was raakte ze onbedoeld zwanger. De relatie met haar ex was erg ingewikkeld. Toen ze erachter kwam dat ze zwanger was, had ze de relatie al verbroken. Uiteindelijk besluit ze toch haar kind te houden
Ze komt naar ons kantoor in Hilversum, omdat ze dat prettiger vindt dan in haar eigen huis. Ik vraag haar of ze iets over zichzelf kan vertellen. “Ik werk nu als vrijwilliger in een koffiebar met een sociale functie, er zijn allerlei activiteiten om mensen te helpen.” Ze vertelt dat ze vanwege haar PTSS niet meer kan werken, voorheen heeft ze als projectleider in de zorg en als ervaringsdeskundige bij het Leger des Heils gewerkt. Ze doet nu vrijwilligerswerk, omdat ze toch graag iets wil bijdragen in de samenleving.
Jeugd
“Ik vind het moeilijk woorden te geven aan hoe mijn jeugd was.” Ze vertelt dat haar gezin liefdevolle kanten had. Ze is opgeroeid met beide ouders en twee broertjes. Er waren echter ook moeilijke kanten in haar ouderlijk gezin. Haar beide ouders hebben trauma meegemaakt in hun jeugd, waardoor ze bepaalde dingen, zoals omgaan met grenzen, niet goed konden meegeven, uit onvermogen. Ze vertelt dat ze ook misbruik heeft meegemaakt in haar jeugd, “dit verstoorde mijn gevoel van veiligheid en mijn idee bij relaties, dit heeft meegespeeld in mijn latere ongeplande zwangerschap”.
Ze vertelt dat ze op haar 17e een fout vriendje kreeg, mijn ouders boden daarin geen bescherming of begeleiding, omdat ze niet wisten hoe dit moest. Het kleurde haar beeld van wat normaal was in een relatie, daarna heeft ze een rommelig leven gehad op relationeel vlak. Ze loopt er nu zelf ook tegenaan dat ze bepaalde dingen niet goed kan meegeven aan haar zoon, terwijl ze dat wel zou willen.
Onbedoeld zwanger
Toen ze erachter kwam dat ze zwanger was, had ze de relatie met haar ex al verbroken. Over haar ex zegt ze: “ik hield echt van hem, maar hij was autistisch en zwaar beschadigd in zijn jeugd, waardoor hij zich niet goed kon inleven. Ik had mijn relatie niet zomaar verbroken, het was een ingewikkelde relatie.” Ze ontdekte pas later dat het gedrag van haar ex abnormaal was. Hij ging zowel verbaal als seksueel over haar grenzen heen, door haar verleden dacht ze dat dit normaal was.
Hoe haar reactie was toen ze haar zwangerschap ontdekte? “Ik schrok heel erg, maar ik had vanaf dag één het gevoel: dit is heel bijzonder, er groeit een kindje in mij.” Haar omgeving reageerde goed. Iedereen was heel lief en beloofde haar te steunen, ongeacht de keuze die ze zou maken. Daphnes ex begon vrij snel met druk uitoefenen en dreigde dat als ze niet met hem mee zou gaan naar het buitenland hij haar kind mee zou nemen. Haar omgeving had echter onvoldoende door dat er sprake was van huiselijk geweld: “Niemand zei moet je niet bij hem weg?”.
Paniek
Naast de situatie met haar ex, die steeds bedreigender werd, zou ze ook binnen korte tijd uit het huis moeten waar ze in onderverhuur zat. Ze had het gevoel haar kind geen veilig leven te kunnen bieden. “Gevoelsmatig wilde ik geen abortus, maar ik dacht dat ik dat niet kon. Over mijn eerste gevoel heen, kwam paniek door de omstandigheden waarin ik zat.” Haar huisarts verwees haar door naar het FIOM, voor een keuzehulpgesprek. “Ik heb daar gezegd: ik voel me heel naar bij een abortus, want ik wil mijn kind beschermen, omdat ik van hem hou.” Ze vertelt dat ze het gevoel had dat er niet naar haar geluisterd werd bij het FIOM en dat er geen ruimte was voor wat ze zelf wilde. “Ik wilde dat er iemand met mij keek naar mijn omstandigheden, zodat daarvoor passende hulp geboden kon worden.” Achteraf vond ze het heel heftig dat haar welzijn en dat van haar ongeboren kind geen rol speelden. Ze ervaarde het gesprek bij het FIOM als sturend en vond het geen neutrale hulp: “ze stuurden mij door naar een abortuskliniek, terwijl ik aangaf dat ik een abortus gevoelsmatig heel naar vond”.
Naar de kliniek
Ook bij de kliniek brengt niemand haar tot rust en ziet niemand hoe erg ze in paniek is vanwege haar omstandigheden. “Wat ik wilde is dat iemand mijn problemen in kaart had gebracht en het samen met mij was gaan oplossen en daarmee een goede situatie voor mij en mijn kind had gecreëerd.” Ze is twee keer bij de abortuskliniek geweest. De eerste keer durfde ze niet naar binnen. Later in haar zwangerschap, rond 13 weken ging ze nogmaals. Ze herinnert zich de wachtkamer: “er zaten allemaal vrouwen voor zich uit te staren en op de TV stond een programma aan met allemaal spelende peutertjes”. Tijdens het gesprek in de abortuskliniek vraagt ze: “doet het hem pijn?”. Deze woorden geven voor haar weer dat door de paniek niet doordrong waar ze mee bezig was: “als je je echt zorgen maakt om je kind en je wilt hem beschermen, is dit niet de manier.”
Ze valt even stil: “dit emotioneert me”. Toen ze haar vraag stelde, gaf de medewerker in de abortuskliniek aan: “we verdoven jou, dus dan is je kindje ook verdoofd, waardoor er geen verzet is.” Toen stond ze meteen op en liep huilend weg, ze zei alleen maar: “mijn kind, mijn kind, mijn kind, mijn kind.” Ze zat daar omdat ze haar kind wilde beschermen, omdat ze zich onveilig voelde bij de situatie, maar dat zei niks over wat ze wilde. Toen heeft ze voor haar kindje gekozen.
Bedreiging
Haar omgeving ondersteunde haar tijdens de zwangerschap en veroordeelde haar onbedoelde zwangerschap niet. Ze hielpen met het zoeken van woonruimte en met de inrichting ervan, ook kocht ze samen met haar moeder en vriendin spulletjes voor de baby. De relatie met de vader van de baby blijft ingewikkeld.
Na de geboorte werd hij regelmatig bedreigend of deed hij dingen waar Daphne van schrok. “Ik was zelf ook erg beschadigd dus kon dit niet goed opvangen.” De combinatie van een man die zich niet goed kan inleven en bedreigend is, was heel spannend. Na een tijdje stortte Daphne in en kwamen haar trauma’s naar boven. Het was niet meer veilig voor haar kind. “Toen heb ik contact met de vader verbroken en is er na een heel rechtszakentraject bepaald dat hij geen contact meer met ons mag hebben. Dit kwam door wat er met hem aan de hand was en doordat ik doodsangsten kreeg in zijn buurt.”
Hoe is het nu?
Daphne kampt nu nog steeds met PTSS , omdat er geen goede hulp is geweest. Er was geen erkenning voor de emotionele onveiligheid in haar ouderlijk gezin en werd onvoldoende geluisterd door hulpverlening. Door haar PTSS kan ze niet zelfstandig voor haar kind zorgen. De situatie is nog steeds ingewikkeld, maar ze staat nog steeds 100% achter haar keuze. Wel heeft ze er spijt van dat ze niet eerder het contact met haar ex verbroken heeft. Ook met haar kind gaat het goed. “Ik vroeg laatst: ‘wat voor cijfer geef je je leven’, toen antwoordde haar kind: ‘een 8,5’. Ze benadrukt: “Je hoort zo vaak dat kinderen beter af zijn als je een abortus pleegt. Mijn kind is blij met zijn leven en functioneert goed, ondanks de omstandigheden waarin hij opgroeit.”
Mars voor het Leven
In je mailtje schreef je dat je bij de Mars voor het Leven bent geweest, hoe heb je dat ervaren? “Ik vond het een prachtige dag. De sfeer was zo mooi, liefdevol, rustig en respectvol. Totaal niet oordelend, maar er werd juist stil gestaan bij de waarde van het ongeboren leven en de vrouw die zwanger is en haar kind draagt. Het was voor mij ook een stuk heling en ik voelde me vergeven door God.”
Ik vraag haar naar haar geloof. Ze vertelt dat ze niet heel gelovig is opgevoed, maar wel gedoopt is en naar een christelijke school ging. Later doordat haar leven zo de mist in liep, had ze het gevoel dat God haar liet zien dat ze niet de goede kant opging. “Daardoor ben ik naar de kerk gegaan. Ik had wel een stukje angst voor veroordeling en was bang dat ik niet meer bij God mocht komen doordat ik zoveel fouten gemaakt had, maar Hij is ook mijn houvast ik vind heling in het feit dat God liefde is.”
Een bericht aan jou
Als laatste vraag ik wat ze aan anderen die onbedoeld zwanger zijn zou willen meegeven. Ze zegt: “Dat vind ik heel moeilijk, omdat iedere situatie anders is. Wat voor mij heel belangrijk was is dat ik een dieper gevoel had, ik wist heel snel dat ik van mijn kind hield. Dat diepere gevoel als je daarbij komt, ik denk dat je dat moet volgen. Bij mij kwamen over dat gevoel laagjes van paniek en meningen uit de samenleving. Dat diepere gevoel is er heel vaak en dat moet je niet negeren.”