Geplaatst op 28 augustus 2023 in Verhaal.
Ik was 33 jaar toen ik zwanger werd van ons vijfde kindje. We hadden toen vier jonge kinderen. Mijn kinderen waren klein, want de oudste was 8, de tweeling 7 en de vierde was 4. Ik was wel blij dat ik zwanger was, maar mijn toenmalige man die wilde het absoluut niet hebben. En dreigde dat hij bij me weg zou gaan als ik het niet weg liet halen.
Dan zou ik met vier jonge kinderen op straat komen te staan, omdat ik niet werkte. Had ik wel een keuze? Ook mijn familie pushte me om het weg te laten halen. Mijn familie, maar vooral mijn schoonfamilie vond het hebben van veel kinderen asociaal, dat deed je gewoon niet. Zelfs vrienden drongen er op aan om het kindje weg te laten halen, we zouden namelijk het jaar daarna samen naar Noorwegen gaan, een baby zou roet in het eten gooien. Ik voelde me helemaal totaal onder druk gezet. Ik was er verdoofd door.
De abortus
De abortus zelf was vreselijk. Ik kwam in de abortuskliniek en daar zeiden ze tegen me: ‘je had al vijf dagen geleden gebeld toch?’ Het was 1986 en ze hadden net de verplichte beraadtermijn van vijf dagen ingevoerd. Ik had geen idee meer hoe lang het geleden was dat ik gebeld had, dus ik dacht: ‘dat zal wel kloppen dan.’ Het gesprek stelde helemaal niks voor. Ik mocht gelijk naar boven. Daar was een zaal die helemaal vol stond met bedden. Het was echt lopendebandwerk. Ik vond het vreselijk. Een zaal vol meisjes. Aan mijn ene kant lag een meisje dat zei: ‘het stelt niks voor hoor, ik heb het al vier keer laten doen.’ Aan mijn andere kant een Turks meisje dat hier naar toe was gebracht om ‘gerepareerd te worden.’ Zij was heel bang en verstond de Nederlandse taal ook niet. Ik ben naast haar gaan zitten en heb haar hand vastgehouden totdat ik geroepen werd.
Omdat ik zo’n 9 of 10 weken zwanger was, kreeg een curettage. Dat is gewoon niet leuk. Je krijgt eerst een adrenaline spuit waar bij je het gevoel hebt dat je uit elkaar ploft en daarna voel je verder niks meer. Maar dat geluid! Dat vergeet ik nooit meer. Net als dat apparaat bij de tandarts. Ik herken het geluid nog steeds. Het herinnert me er nog altijd aan. Toen de ingreep klaar was kwam ik weer in de zaal en toen lagen er weer allemaal anderen. Dat is echt bizar. Dan kun je je aankleden en mag je gaan. Ik heb me uiteindelijk op mijn 35e laten steriliseren, omdat ik dit nooit meer mee wilde maken.
Leeg
Even later stond ik weer buiten op de stoep en viel die enorme deur achter me dicht. Daar sta je dan en denk je: ‘wat moet ik nu?’ Ik voelde me letterlijk leeg. Zo leeg was ik nog nooit geweest. Toen ben ik de stad in gegaan en rond gelopen als een soort zombie. Daar heb ik een pannenset gekocht voor 850 gulden. Waarom weet ik niet. Ik was ook heel contactloos met de mensen. Daarna heb ik de trein terug genomen naar huis.
Thuis werd er nooit meer over gesproken. Dat was bijna nog erger als de abortus zelf. Ik kon er met mijn man en familie niet over spreken. Zij zeiden dat het goed was. Maar voor mij was het iets geweest wat helemaal tegen mijn instinct inging. Ik was heel eenzaam en had een megagroot geheim dat ik kan aan niemand kwijt kon.
Opzoek naar zingeving
Een vriendin van mij nam in die tijd mijn kinderen mee naar de zondagschool. We praatten veel en een jaar later wilde ik zelf ook weleens mee. Ik was heel erg op zoek naar de reden van mijn bestaan en het nut ervan. Ik was ervan overtuigd dat ik uit het leven zou stappen als ik het nut van mijn bestaan niet kon vinden. Véér de abortus was ik al depressief, maar de abortus heeft het heel erg versterkt.
Exact één jaar na de abortus ben ik voor het eerst mee geweest naar de kerk, een Pinkstergemeente. Toen ik ontdekte dat het dezelfde datum was, heb ik daar Gods hand in gezien. Het ging daar over schuld en schuld belijden. Ze hebben ook met mij gebeden. Daarna ging het nog slechter met me. Ik had een Bijbel gekocht, maar ik kon er niet in lezen. Zo erg werd ik aangevallen. Ook werd ik heel angstig. Uiteindelijk ben ik gedoopt. Op de avond van de doopbespreking niet zitten. Ik werd zo aangevallen en kreeg steeds kramp in mijn benen. Ik had mijn zonden wel beleden, maar mijn schuld was niet weg.
Depressie
Uiteindelijk ben ik opgenomen, omdat het steeds slechter ging. Ik kreeg heel veel medicijnen: slaapmiddel, inslaapmiddel, antidepressiva, anti-psychosemiddel en nog een ander middel. Maar zelfs daarmee kregen ze me niet plat. Vervolgens werd ik drie maanden opgenomen. Daarna kwam ik onder behandeling van een zelfstandig psychiater. Toen ben ik langzaam uit mijn depressie gekomen. Maar ook daar was geen ruimte voor mijn schuld- en schaamtegevoelens. Ze vond het schuldbesef van de kerk flauwekul en vond dat ik wel beter moest weten. Toen heb ik mijn behandeling afgesloten. Ik was inmiddels medicijnvrij en ze kon me toch niet verder helpen.
Andere kerk
Na een jaar of tien ben ik weggegaan bij de Pinkstergemeente. Ik mocht daar geen lid worden, omdat je dan 10% van je inkomen af moest staan. Maar het geld was van mijn man, dat wilde ik niet. Ook veroordeelden ze mijn abortus zo erg dat ik er niet over kon praten. Mijn man was heel anti-geloof. Hij zij tegen me: ‘als ik geweten had dat je gelovig was, had ik je in je gezicht uitgelachen en op straat gezet.’ Met hem was niet te praten, hij accepteerde het ook niet. Toen ben ik naar de kerk achter mijn huis gegaan. Dat was een Hervormde Kerk. Ik vond het daar heerlijk, heel sereen, rust. Daar ben ik toen naar toe blijven gaan. Daar kreeg ik al snel een vriendin, maar met haar durfde ik er niet veel over te praten. Zij was alleenstaand en had een sterk verlangen naar een man een kinderen. Ik wilde haar niet kwetsen.
Op de vlucht
In de tijd ging het met mijn huwelijk steeds slechter. Het liep stuk. Mede omdat er geen gesprek over de abortus mogelijk was en mijn gevoelens daarbij niet erkend werden. Toen ben ik naar Amerika gevlucht, ver weg van mijn problemen. Ik heb daar tien jaar gewoond en ben opnieuw getrouwd. Omdat daar meer openheid was, heb ik daar op een vrouwenavond verteld over mijn abortus. Er kwamen daarna vrouwen naar me toe die nog nooit over hún abortus verteld hadden. Toen dacht ik: ‘als je het geheim houdt, dan blijft ieder in zijn eigen kast zitten.’ Dat deed ik ook regelmatig letterlijk, om te verstoppen voor God en de grote boze wereld. Toen ik ziek werd van heimwee, ben ik samen met mijn man teruggegaan naar Nederland. Maar die heb ik snel weer terug gestuurd, omdat hij de coffeeshop niet meer uit kwam.
Zoektocht naar geestelijk voedsel
Hierna heb ik mijn huidige man ontmoet. Samen hebben we vier jaar in Limburg gewoond. Ook daar ben ik opzoek geweest naar een kerk, omdat ik behoefte had aan geestelijk voedsel. Ik ben bij alle mogelijke kerkgenootschappen geweest. Maar uiteindelijk zijn we terug naar hier verhuisd. Toen zei mijn man: ‘als we daarheen gaan, dan wil ik ook weer naar de kerk.’ Uiteindelijk sloten we ons aan bij de een Gereformeerde Gemeente bij ons in de buurt. Daar was de dominee net begonnen met een serie over de Bergrede. Dit was zo indringend dat ik toen pas echt goed besefte wat ik gedaan had: ik had een moord gepleegd. Voor het eerst sinds de abortus heb ik een week lang gehuild. Toen heb ik het ook aan mijn man verteld. Het voelde als een enorme opluchting. Uiteindelijk kon ik het ook aan God belijden. Dat voelde als een bevrijding, dat had ik nooit verwacht.
Toen we officieel lid wilden worden, heb ik het aan de dominee verteld. Ik vond het belangrijk dat hij ervan af wist. Ook vertelde ik over mijn zondebesef en het belijden van mijn zonden. Hij veroordeelde mij niet. Dat vond ik zo bijzonder, want dat had ik ergens wel verwacht. Ik was ook bang dat we hierdoor geen lid mochten worden, maar dat was ook niet zo.
Achteraf gezien is de abortus het keerpunt geweest in mijn leven. De Heere was al heel lang bezig in mijn leven, maar ik luisterde gewoon niet. Hij heeft de abortus gebruikt. Er gaat nu zeker elke week nog wel een flitst door mijn hoofd. Maar ik heb het uiteindelijk wel een plek kunnen geven.
Presentatie
De presentatie van Schreeuw om Leven over abortus in mijn gemeente was heel zwaar voor mij. Ik merk dat mensen er soms makkelijk over denken en het afschrijven als iets wat je niet doet. Maar ze hebben zelf geen idee in wat voor situatie iemand zit. Dat voelde voor mij heel eenzaam, ik wilde wel uitschreeuwen: ‘jullie weten niet waar je het over hebt.’ Het is geen beslissing die je lichtvaardig maakt en waarna je gewoon weer rustig kunt doorlopen. Er moeten gewoon oplossingen komen om onbedoelde zwangerschap te voorkomen, zoals voorlichtingen. We moeten onze kop niet in het zand steken voor dit probleem, want ook in de refowereld raken mensen onbedoeld zwanger.
Anderen behoedden
Ik ervaar echt de drang om ander voor deze stap te behoedden, want het is echt een lijdensweg. Dat is het nog steeds voor mij. Ik heb de schuld aan de Heere kunnen geven, maar de pijn blijft. Aan vrouwen en meisjes die onbedoeld zwanger zijn wil ik meegeven dat ze hulp moeten zoeken, met mensen praten die hetzelfde hebben mee gemaakt en dat ze het niet geheim moeten houden. Maar boven alles, doe het niet. Je hebt geen idee wat de consequenties zijn, dat kun je van te voren niet inschatten.
Ik vind ook dat er in de kerk te weinig aandacht is voor dit onderwerp. Nu er veel debatten zijn over de abortuswet, is het actueel, dus wordt er wel voor gebeden. Daarnaast vind ik dat het ook in preken naar voren zou mogen komen, maar niet op een veroordelende wijze, dat stoot af. Ook voor de mensen onderling ligt hierin een rol. Velen zijn erg veroordelend. Van mij mag er meer openheid ontstaan om hierover te praten. Veel mensen oordelen, terwijl dat niet onze taak is. Ook lijkt het me mooi om een onbedoeld zwangere een buddy aan te bieden, die met iemand meeloopt. Daarnaast denk ik dat (anoniem) lotgenotencontact ook heel belangrijk is, om elkaar te kunnen helpen.
De Heere heeft in mijn leven de abortus als keerpunt gebruikt om tot Hem te komen. Dat is mijn motivatie om mijn verhaal te delen. Vooral om Hem te eren daarin en dankbaar te zijn.